Sensorische informatie verwerking

Wat is sensorische informatie verwerking (SI)?

De hele dag krijg je prikkels binnen vanuit je lichaam en vanuit de buitenwereld die je op elkaar moet afstemmen. Deze prikkels komen binnen door je zintuigen. Hierbij kan je denken aan: Zien, horen, ruiken, proeven, voelen, je evenwicht, je lichaamsgevoel en de interne organen.

Bij sensorische informatieverwerking (SI) ben je bezig om al deze prikkels op elkaar af te stemmen en te verwerken. Om goed te kunnen anticiperen op de omgeving en om tot goed (bewegings) gedrag te kunnen komen, is het belangrijk dat deze zintuigen goed samenwerken.

Wanneer zintuigen niet goed samenwerken of er een andere betekenis aan de prikkel wordt gegeven, kan het zijn dat kinderen juist heel gevoelig of onder gevoelig reageren. Prikkels komen dan juist heel heftig of juist minder goed binnen. Problemen in de SI hebben dus invloed op het gedrag van een kind.

Een goede prikkelverwerking is een voorwaarde om goed te ontwikkelen, spelen, leren, sporten en zindelijk te worden.

Wij kunnen kinderen helpen met sensorische informatieverwerkingsproblemen van 0-16 jaar. 

Indicaties voor behandeling zijn

  • Problemen met voelen: Van streek bij verzorging (nagels, haren, gezicht wassen), vermijdt structuren, kan aanraking moeilijk hanteren, heeft een hekel aan labeltjes in de kleding, raakt voortdurend mensen/voorwerpen aan, wordt onrustig als mensen dichtbij staan, lijkt geen pijn te merken, merkt vieze handen/gezicht niet op.

  • Problemen met beweging en evenwicht: Voortdurend in beweging (friemelen, niet stilzitten), zoekt beweging op zoals ronddraaien, neemt de grote risico’s bij bewegen en klimmen, zoekt mogelijkheden om zich te laten vallen, botst tegen dingen aan, kan niet goed tegen snelle bewegingen/schommelen, is bang voor hoogtes en om te vallen, kan niet stilzitten, lijkt een slappe spierspanning te hebben.

  • Problemen met visuele informatie: Speelt liever bij weinig licht, snel afgeleid voor visuele informatie, wil alles zien, houdt van visuele details op spullen, heeft een hekel aan fel licht, kan slecht spullen vinden, kijkt naar mensen als de door de kamer lopen.

  • Problemen met auditieve informatie: Kan slecht tegen harde/onverwachte geluiden, houdt handen over de oren, snel afgeleid door geluiden, kan niet concentreren met achtergrondgeluiden, overstemt geluiden met neuriën/praten/zingen, sluit zich af, houdt van vreemde geluiden.

  • Problemen met geur en smaak: Kieskeurige eter, eet alleen voeding met bepaalde smaak/structuur, afkeer tegen voeding met andere structuren/temperatuur, kauwt/likt aan niet eetbare voorwerpen, sterke voorkeur voor bepaalde geuren/smaken, bijt op tong/lippen.

  • Problemen met lichaamsgevoel: Beweegt zich stijf, snel moe, zwakkere spieren, zoekt voortdurend steunpunten, hangt vaak tegen mensen/voorwerpen aan, vaak botsen/stoten, lagere spierspanning.

  • Problemen met je interne organen: Heeft regelmatig buikpijn, voelt niet wanneer hij/zij naar de wc moet, moet heel vaak naar de wc.

Uiting in gedrag

  • Gevoelig voor prikkels: Huilerig, de buitenwereld voelt bedreigend, snel van slag, vaker ruzie/vechten, snel afgeleid.
  • Prikkel vermijdend: Trekt zich terug, wil voorspelbaarheid, dwingend op mijn manier en niet anders, overstemt de irriterende prikkel, wil regie houden, zoekt 1 prikkel heel sterk op.
  • Gebrekkige registratie: Vaak moe, weinig initiatief, weinig gebruik van lichaamstaal en mimiek, lagere spierspanning, vertraagd/niet reageren, onhandig, vallen/struikelen, weinig betrokken/interactie.
  • Prikkel zoekend: Druk, onhandig, snel afgeleid, voortdurend in beweging, irriteert anderen met zoekgedrag, verliest zich in een activiteit, kan niet richten op de taak, gevaarlijk handelen, procesgericht en niet eindgericht.

Bij 0-2 jarigen kunnen de uitingen van prikkelsverwerkingsproblemen in het gedrag als volgt zichtbaar zijn

  • Passief in bewegen en de omgeving verkennen.
  • Veel onrust.
  • Overstrekken.
  • Moeite met houdingsveranderingen.
  • Afwijkend huilgedrag.
  • Slaapproblemen, inslapen, doorslapen, zelfstandig in slaap vallen.
  • Vertraagde motorische ontwikkeling.
  • Hypotonie (slappe spierspanning van het lichaam).
  • Overprikkeld.

De behandeling richt zich op

  • Het in kaart brengen van het gehele zintuiglijke profiel van het kind.
  • Met behulp van een intake, observatie in de thuis situatie en/of eventueel op school, onderzoek en vragenlijsten wordt het probleem van het kind en de hulpvraag in kaart gebracht. 
  • Ouders/verzorgers en eventueel school inzicht geven in de prikkelverwerking van het kind. Hoe wordt het ervaren en hoe gaat het kind hier nu mee om.
  • Het opstellen van een zintuiglijk plan.
  • Ouders/verzorgers en school zullen actief betrokken worden bij het behandeltraject.
Terug naar overzicht
Afspraak maken